Rekenen is vaak een abstract vak. De kinderen maken de sommen uit het rekenboek, zonder dat de sommen echt gaan leven bij de kinderen. Het krijgt geen betekenis. Door creativiteit in te zetten tijdens de rekenles, kun je de abstracte sommen concreet, visueel en fysiek maken.
Dat kan met muziek, drama en beeldende materialen, zoals klei. Dit klinkt misschien ingewikkeld en als iets waar je veel materialen voor nodig hebt, maar dat hoeft gelukkig helemaal niet. Het kan al heel eenvoudig.
Wat dacht je bijvoorbeeld van onderstaande opdracht:
Plattegronden maken, aan de hand van een verhaal
Tijdens deze opdracht werken de kinderen aan het rekendoel: Het maken van een plattegrond.
De kinderen hebben allemaal een leesboek. Zij pakken hun boek erbij en hierin gaan ze op zoek naar een locatie of een gebouw, dat in hun boek voorkomt. Denk bijvoorbeeld aan: Kasteel Zweinstein, de school van Meester Jaap of het huis van Matilda.
Van deze locatie gaan de kinderen vervolgens een plattegrond maken. Ze mogen niet op het internet opzoeken of hier misschien al een plattegrond van bestaat. Ze gaan het tekenen met de input die zij krijgen uit hun eigen leesboek. De delen van de plattegrond die ze niet terug kunnen vinden in hun leesboek, kunnen ze aanvullen vanuit hun eigen creativiteit en fantasie.
Voor extra verdieping kan je de kinderen er nog een schaalverdeling bij laten zetten of laat ze een legenda maken, welke bij hun plattegrond hoort.
Tijdens deze opdracht is er veel ruimte voor de eigen inbreng en fantasie van de kinderen. De lesstof krijgt zo veel meer betekenis.
Bovenstaande opdracht is trouwens ook leuk om te doen met aanzichten.
Wil je het simpel of juist heel uitgebreid?
Ben je enthousiast geworden van bovenstaande opdracht? Dan gaan we je nu laten zien hoe je creativiteit nog meer kunt inzetten tijdens de rekenles.
Het inzetten van creativiteit tijdens de rekenles kan heel eenvoudig, in weinig tijd en met weinig voorbereiding. Maar je kunt ook uitpakken en je hele methode-les radicaal omgooien. Wat heeft jouw voorkeur?
Wij gebruiken het regenboogmodel bij de inzet van creativiteit bij andere vakken. De regenboog bestaat uit zeven bogen. Hoe kleiner de boog, hoe simpeler je creativiteit toepast tijdens de rekenles. Hoe groter de boog, hoe uitgebreider en veelomvattender.
Creativiteit tijdens de rekenles met het regenboogmodel
Hieronder laten we je zeven manieren zien, waarop je creativiteit kunt inzetten bij de rekenles. Van simpel, naar veelomvattender. Inclusief handige voorbeeldjes.
Uiteraard is het regenboog-model ook geschikt voor alle andere vakken.
1: Creatief spelletje als start of afsluiting van de rekenles
Deze kleinste boog is heel eenvoudig in te zetten en te koppelen aan een willekeurige rekenles. Het houdt in dat je je rekenles start met een creatief rekenspelletje of afsluit met een creatief rekenspelletje.
Voorbeeld-opdrachten:
1) Drama-spelletje met emoties:
Je hebt enorm veel verschillende emoties, de bekendste zijn blij, boos, verdrietig, bang, enz.
Begin de les met het opnoemen van de tafels met een blije toon en een blij gezicht.
Noem vervolgens de tafels op met een boze toon, boos gezicht en misschien zelfs wel stampvoeten. Behandel zo verschillende emoties en verschillende tafels.
2) Drama-spelletje ‘bij de bakker’:
Laat de kinderen sommen uitrekenen, terwijl de kinderen doen alsof ze in een winkel zijn. Je laat twee kinderen voor de klas komen. Eén kind is de bakker en het andere kind is de klant. De klant zegt tegen de bakker: “goedemiddag bakker, heeft u voor mij misschien 3x4 croissants?” Waarop de bakker als antwoord geeft: “goedemiddag, nee helaas ik heb geen 12 croissants meer, maar ik heb nog wel 2x5 chocolade broodjes voor u”. Waarop de klant weer zegt “oh dat is ook een goed idee, doe mij maar de 10 chocolade broodjes alstublieft”. Deze opdracht kunnen ze natuurlijk ook in tweetallen doen. Je kunt hier allerlei soorten sommen voor gebruiken.
3) Muziek-spelletje
Bij de jongste kinderen kun je met dit spelletje het tellen oefenen. Je laat de kinderen zitten en luisteren naar de xylofoon. Je slaat als leerkracht een toon een aantal keer aan en dan vraag je aan de klas hoe vaak je de toon hebt aangeslagen. Of je slaat twee verschillende tonen aan en je vraag aan de klas welke toon hoor je meer: de hoogste toon of de lage toon?
Je kunt voor de iets oudere kinderen ook een waarde geven aan de toon. De lage C is bijvoorbeeld 1 en de hoge C is bijvoorbeeld 10. Je slaat twee keer op de lage C en twee keer op de hoge C, wie weet het antwoord? (22). Dit kan je natuurlijk ook uitbreiden naar honderdallen of zelfs naar duizendtallen voor de hogere groepen.
4) Spelletje met klei
Geef alle kinderen een bolletje klei. Laat steeds een som op het bord zien. De kinderen moeten het antwoord maken van klei. Bijvoorbeeld: je geeft de som 10 + 2, dan moeten de kinderen het antwoord 12 maken van klei. Is het cijfer 12 van klei maken nog te moeilijk? Dan kun je de kinderen het antwoord ook met bolletjes klei laten maken: een groot bolletje klei is een 10-tal is en een klein bolletje klei is een eenheid.
2. Ondersteunend materiaal
Bij de tweede boog gebruiken we creatief materiaal als ondersteunend materiaal voor de rekenles.
Klei is een fantastisch hulpmiddel om te gebruiken als ondersteunend materiaal!
Met klei kunnen de kinderen hun eigen rekenmateriaal maken. Het zelf maken van je materiaal, zorgt dat je als kind meer grip krijgt op je werk. De uitwerking hiervan is echt heel anders dan het gebruik van kant en klaar rekenmateriaal, zoals blokjes.
Laat de kinderen van klei bolletjes maken, om grip te krijgen op de getal-structuur en ter ondersteuning van simpele bewerkingen: een groot bolletje klei is een 10-tal is en een klein bolletje klei is een eenheid. Kunnen ze op deze manier, met klei, de som 34+18 uitrekenen?
Klei kun je ook heel goed gebruiken in de bovenbouw, als je aan de slag gaat met breuken. Laat de kinderen een pizza zelf maken van klei en laat verschillende delen van de pizza beleggen met verschillende kleuren/smaken.
Ook hiermee krijgen ze grip op hun lesstof en hun lesmateriaal.
Klei kan voor kinderen net dat onmisbare stapje zijn van concreet naar abstract.
3. Eén opdracht met een creatieve verwerking
Kies één opdracht uit de methode-les en laat de kinderen deze maken met een creatieve verwerking. Kies voor een creatieve verwerking die ze al kennen. Zoals één van de creatieve spelletjes van de eerste boog. Zoals het dramaspelletjes met de bakker. Of laat de kinderen de antwoorden maken van klei. En laat daarna de kinderen bij elkaar de antwoorden van klei bij de goede som leggen.
Je kunt de kinderen ook een memoriespel laten maken van de sommen en de antwoorden uit de opdracht en vervolgens gaan ze dit spel met elkaar spelen.
De inzet van klei of het maken van een spelletje kost extra tijd. Hier zal je rekening mee moeten houden. Maar het maken van de sommen met het drama-spelletje zal weinig tijd kosten. Kies wat je zelf prettig vindt.
4. Eén opdracht met creatieve verwerking + creatief leerdoel
Ook voor deze boog kun je weer heel goed de creatieve ideeën gebruiken zoals hierboven zijn benoemd: drama-spelletjes, klei en muziek bijvoorbeeld. Wel ga je hier nog een stapje verder. Nu koppelen we een creatief leerdoel aan de activiteit, terwijl hiervoor de creativiteit ondergeschikt was een het rekendoel.
Bijvoorbeeld: De kinderen gaan in tweetallen sommen maken, waarbij ze een emotie uitbeelden. Maar nu gaan ze de tegenovergestelde emotie van hun duo uitbeelden. Het ene kind zegt blij 3x4 het andere kind zegt boos 12.
De opdracht van het bakkertje komt weer langs, maar nu wordt het een rollenspel, waarbij de kinderen zich moeten proberen in te leven in een personage. Wat voor type is de klant? Is het misschien een heks? Of een prins?
5. Laat de kinderen kiezen voor een creatieve verwerking naar keuze
Als de kinderen in je klas gewend zijn om hun rekenles te verwerken met een creatieve opdracht of met een creatief hulpmiddel, dan kun je ze op een gegeven moment ook zelf een creatieve verwerking laten uitkiezen, als ze dat leuk vinden.
Geef ze bijvoorbeeld de keuze uit: drama-spelletje ‘bij de bakker’ of antwoorden maken van klei.
Maakt een kind liever de opdracht gewoon zoals normaal, in het boek? Dan mag dat natuurlijk ook.
6. Koppel het rekendoel aan een creatieve verwerking en sluit aan bij een thema
Bij deze boog pak je het rekendoel, kies je een creatieve verwerking en sluit je aan bij het thema dat op dat moment speelt in jouw klas. Hierbij laat je de methode heel erg los.
De opdracht van het maken van de plattegrond, die bovenaan staat beschreven, sluit hierop aan. Het rekendoel is: het maken van een plattegrond. De creatieve verwerking is: het maken van een plattegrond van een fantasie-locatie met ruimte voor eigen verbeelding. En het thema kan hier bijvoorbeeld zijn: lekker lezen, Kinderboekenweek, sprookjes, enz.
Nog een voorbeeldje:
Rekendoel: optellen van breuken
Creatieve verwerking: maken van een pizza van klei
Thema: voeding
De kinderen maken een pizza met klei, waar bij ze bepaalde delen van de pizza moeten beleggen, zoals 1/5 deel met champignons, 1/4 deel met kip, 1/4 deel met spinazie en dan komt de vraag “hoeveelste deel van de pizza is onbelegd? Verzin zelf waarmee je dat wilt beleggen en hoeveelste deel dit is”.
7. Werk binnen één thematisch project aan meerdere lesdoelen
We zijn aangekomen bij de laatste boog van het regenboogmodel. Dit is de meest omvattende. Hier wordt de methode helemaal losgelaten en verschillende lesdoelen van verschillende vakken worden met elkaar verweven.
Hier maak je eigenlijk een verhalend ontwerp, waarbij allerlei lesdoelen aan bod komen.
Bijvoorbeeld:
Thema: Circus
Afsluiting: De kinderen voeren een circusvoorstelling op aan ouders of aan andere klassen.
Drama: De kinderen spelen allerlei personages uit het circus. In groepjes oefenen ze aan verschillende acts.
Rekenen: De kinderen bedenken hoeveel publiek er in de zaal kan en hoe de stoelen het beste geplaatst kunnen worden, zodat iedereen het goed kan zien.
Taal: Er worden teksten geschreven voor de circusdirecteur die alles aan elkaar kan praten
Beeldend: Er worden attributen gemaakt en posters ontworpen
Muziek: De acts worden op muziek gezet. Welke muziek past bij welke act? Waarom? Wat is de sfeer van de muziek?
We hopen dat je enthousiast bent geworden om met creativiteit tijden de rekenles aan de slag te gaan. Kies vooral wat past bij jou en jouw klas. Houd het simpel. Begin eens met een leuk creatief rekenspelletje aan de start van je rekenles. Jouw leerlingen zullen ervan genieten en jij vast ook!
Meer weten over het regenboogmodel? Bekijk dan ook eens dit artikel: Creativiteit bij methodelessen met het regenboogmodel