Dramaspel Jullie Kunnen Het Ook! review

Een tijdje gelden vroeg Esther Erdtsieck Blaaser mij om een review te schrijven over haar spel “Jullie kunnen het ook!”.  Esther studeerde in 2000 af als Docent Drama met een eerstegraads lesbevoegdheid aan de Hogeschool voor de Kunsten in Zwolle (ArtEz). In 2006 startte ze Dramacoach. Met Dramacoach houdt ze zich actief bezig met de professionalisering van het vak drama en dramadocenten.

Esther ontwikkelde het drama-spel “Jullie kunnen het ook!”
Daar schrijf ik natuurlijk graag een review over. Dus ik zeg: Uitpakken maar!

Doel van het spel

Het spel geeft een structuur voor het maken van een scène. Door het volgen van het spelbord wordt er aan de hand van emoties, handelingen en tekst een scène gecreëerd.

Wat zit er in de doos?

  • Een spelbord
  • 15 scène plattegronden
  • 25 locatiekaarten
  • 16 energiekaarten
  • 30 emotiefiches
  • 1 kladblok
  • Handleiding

Spelbord

Het spelbord geeft de route aan. Door gebruik te maken de route bouw je de structuur van de scène die je maakt. De bedoeling van het spelbord is uitsluitend om het spel uit te leggen.

Scène plattegronden

De scène plattegronden zijn de kleine kaarten met de routes. Ze zijn exact hetzelfde als het spelbord, maar dan op een kaartje. Deze scène plattegronden maken wat mij betreft het spelbord overbodig. Ook voor de uitleg. Geef de spelers een scène plattegrond en ze kunnen prima zien wat er uitgelegd wordt. Daar is geen spelbord voor nodig.

Locatiekaarten

Op elke kaart staat een locatie waar een scène zich kan afspelen. De locaties zijn divers en spreken tot de verbeelding. Je zal dus niet lang hoeven na te denken om er een handeling bij te verzinnen.

Energiekaarten

Er zijn vier energiekaarten: herhalen, versnellen, stoppen en slow motion. Deze kaarten bepalen wat er gebeurt met de handeling in de scène. Het toepassen van een energiekaart kan een nieuwe impuls aan de scène geven.

Emotiefiches

Er zijn 5 soorten emotiefiches. Bang, boos, blij, verdrietig en het Jullie Kunnen Het Ook fiche.  De fiches bepalen welke emoties er in de scène gespeeld worden. Bij de Jullie Kunnen Het Ook fiche, mag je zelf bepalen welke emotie je gebruikt.

Kladblok

Het kladblok wordt gebruikt om de dialoog op te schrijven. Op elk velletje is ruimte voor wee zinnen voor rol A, en twee zinnen voor rol B. Je gebruikt 2 velletjes per keer.

Handleiding

Wat heerlijk om eens een spel te hebben die je kunt spelen zonder een heel boekwerk door te moeten spitten. De handleiding bestaat uit slechts 1 a5je waar heel helder het spelverloop staat omschreven inclusief een voorbeeld en variatie. Daar hou ik van!

Het spel in de klas

De kinderen werken in tweetallen met het spel. Ze krijgen een plattegrond, een locatiekaart, een energiekaart, twee emotie fiches en twee blaadjes van het kladblok.
Door de route van de plattegrond te volgen kunnen ze samen snel en gestructureerd een scene maken. Ze beginnen met de locatiekaart en één van de emotie fiches. Hier verzinnen ze een non-verbale handeling bij. Vervolgens schrijven ze vier zinnen: een klein dialoogje. Vervolgens gebruiken ze de energiekaart en veranderen ze van emotie (het tweede fiche). Ze bedenken een nieuwe non-verbale handeling en schrijven een tweede dialoogje.

Voorbeeld uit de handleiding:
Locatie: bos
Emotie fiches: vrolijk en bang
Energiekaart: herhalen

Twee kinderen zijn in het bos (locatie) vrolijk (emotie) bloemen aan het plukken (non-verbale handeling).
Dialoogje 1:

A: Wat een mooie bloemen
B: Ik zou ze het liefst allemaal mee naar huis nemen
A: Zouden we de bloemen wel mogen plukken?
B: Er staan er genoeg!

Ze herhalen de handeling (energie). steeds banger (emotie). Vanuit deze angst beginnen ze de bloemen op te stapelen op een enorme berg (non-verbale handeling).

Dialoogje 2:
A: De bloemen blijven maar terug groeien
B: Wat zijn dit voor super power bloemen?
A: Straks raken we er nog onder bedolven!
B: Ik wil naar huis!
A: Met of zonder bloemen?
B: Laat die bloemen maar hier in het bos.

 

 

Mijn eerste indruk

Als ik een nieuw spel in mijn handen heb, kijk ik altijd eerst even goed naar de doos. De doos is simpel en strak vormgegeven. Daar houd ik van. Ik krijg meteen zin om ‘m open te maken 😀

Op de doos staat aangegeven dat dit spel voor 2-30 spelers is. Het spel wordt uiteindelijk in tweetallen gespeeld. Je moet het meer zien als dat het spel maximaal in 15 tweetallen gespeeld kan worden. Daar is genoeg materiaal voor.

Op doos staat dat het spel een structuur geeft voor het maken van een scène voor twee personen. En dat is ook precies wat het is. Het geeft structuur. Ik weet niet of ik het zelf een spel zou noemen. Het geeft me niet echt een ‘spelgevoel’. Maar ach, what’s in the name? 😀

Het spel, zo noem ik het toch maar, is in ieder geval wel heel leuk om te spelen. Het heeft een hele heldere structuur om een goede scène op te bouwen. Er zijn genoeg kaders en tegelijkertijd is genoeg ruimte voor creativiteit. Een mooie balans.

Ik vind de energiekaarten, en dan vooral het wisselen van energiekaart, een hele leuke manier op de scène een nieuwe impuls te geven.
Bij dit spel wordt gewerkt met de 4 basisemoties: boos, bang, blij en verdrietig. Naar mijn mening kunnen kinderen in de bovenbouw ook wel andere emoties aan, als jaloers en verliefd. Ik zou de kinderen dan ook vooral uitdagen om bij het Jullie Kunnen Het Ook fiche, kinderen een andere emotie te laten spelen dan één van de basisemoties.

Verder zou ik elk tweetal meerdere velletjes van het kladblok geven. Het is goed om snel tot de kern te komen, maar ik vind maximaal 4 zinnen per rol wel heel minimaal in een scène.
Maar dat vindt Esther vast niet erg, want ze smokkelt zelf ook een beetje met het aantal zinnen in het voorbeeld in de handleiding 😀

Kortom een leuk spel, met een heldere structuur voor het opbouwen van goede scènes.

 

Het spel bestellen?

Bestel Jullie kunnen het ook!.