Het regenboogmodel voor meer creativiteit tijdens methodelessen

Waarom zouden we creativiteit inzetten tijdens de methodelessen?

De meeste methodes, of het nu gaat om rekenen, taal of zaakvakken, bieden hun lesstof heel abstract aan. De leerlingen krijgen klassikaal frontaal les met een instructie op het bord. De leerlingen zien de opdrachten in een boek en maken vervolgens de verwerking in een werkboek of op een laptop of Ipad.
De methodes proberen tijdens het aanbieden van de opdrachten rekening te houden met de verschillende leerstijlen, maar de verwerking in een werkboek of op een digitaal device is uiteindelijk weer het zelfde, namelijk het antwoord opschrijven, strepen trekken of een antwoord intypen of een juiste multiple choice antwoord kiezen. En dat met ieder vak weer.

De verschillende leerstijlen van kinderen

Het is belangrijk om rekening te houden met de verschillende leerstijlen van kinderen. Je hebt de doeners en de denkers. Je hebt de theoretische kinderen en de praktische kinderen. Je hebt kinderen die leren door zelf te ontdekken, maar ook kinderen die leren door af te kijken en ga zo maar door.

Door je lessen af te wisselen met creatieve materialen en/of werkvormen houd je rekening met deze verschillende leerstijlen (meervoudige intelligentie). Zo bereik je alle kinderen van de klas, in plaats van een deel van de kinderen. Dus ook die dromerige, fantasievolle leerling. En die leerling die zo graag met zijn of haar handen werk. Of de leerling voor wie de lesstof vaak niet concreet genoeg is.


Want ook al zeggen en vragen kinderen niets, er is altijd een deel van de groep die de klassikaal frontale uitleg niet volledig hebben meegekregen. Hierdoor maken ze de verwerking van de les niet zo goed als ze wellicht zouden kunnen, als wanneer ze de lesstof op een andere manier aangeboden hadden gekregen.

De belangrijkste redenen om creatieve werkvormen en materialen in te zetten zijn:

  1. Door het inzetten van creatieve materialen en/of werkvormen geef je de les en inhoud dan ook veel meer betekenis voor de kinderen.
  2. Door de inzet van creatieve materialen en werkvormen worden er verbindingen gelegd in de linker- en rechterhersenhelft. Je activeert met een creatieve opdracht beide hersenhelften en daarmee kunnen de kinderen verbanden leggen om de lesstof beter te begrijpen en onthouden.
  3. Rekening houden met de verschillende leerstijlen/meervoudige intelligentie
  4. De belangrijkste reden die er nog is het LEERPLEZIER welke de kinderen hebben bij verwerken van de leerstof met behulp van creatieve materialen en werkvormen.

    Wij, van Meester in Kunst, hanteren het regenboogmodel voor meer creativiteit bij alle vakken. Dit model helpt je om keuzes te maken op welke manier jij bij een bepaalde les creativiteit wilt inzetten. 

Dit kan al heel kleinschalig zijn! Bijvoorbeeld met een creatief spelletje aan de start of het eind van jouw rekenles. Maar je kunt het ook veel omvattender maken. Laat de lesstof van de methode een beetje los en combineer het met creatieve werkvormen.
Het regenboog-model bestaat uit 7 kleuren. Oftewel 7 verschillende manieren van creativiteit aanbieden bij de methode lessen.

 

1: Creatief spelletje als start of afsluiting van de rekenles

Deze kleinste boog van het regenboogmodel, is heel eenvoudig in te zetten en te koppelen aan een willekeurige methodeles. Het houdt in dat je je les start met een creatief spelletje of afsluit met een creatief spelletje. Laat de kinderen bijvoorbeeld aan het begin van jouw taalles woorden uit de woordenschat-les aan elkaar uitbeelden. Wie kan er raden welk woord er is uitgebeeld?

2: Creatieve materialen als ondersteuning van de lesstof

Veel kinderen vinden het fijn om met hun handen te werken. Ook is het voor de meeste kinderen fijn wanneer de lesstof concreter wordt gemaakt. Gebruik eens klei tijdens de methodeles! Want klei kan voor kinderen net dat onmisbare stapje zijn van concreet naar abstract.

Denk bijvoorbeeld aan een les over breuken. Vaak wordt deze lesstof gestart met het verdelen van een pannenkoek of pizza. Superleuk! Maar daarna volgen al snel de abstracte sommen in het boek.
Maar laat de kinderen als tussenfase eens pizza's maken van klei.

Zo maken de kinderen hun eigen lesmateriaal. Ook activeer je de verbinding in beide hersenhelften weer. Het zelf maken van je lesmateriaal zorgt dat je als kind, meer grip krijgt op je werk. 


3: Eén methode-opdracht met een creatieve verwerking

Kies uit de methodeles één opdracht, het liefst een herhaling of verdiepingsopdracht, welke de kinderen niet hoeven te maken uit hun boek. Deze opdracht gaan jullie anders doen.
Je kiest voor deze opdracht een creatieve verwerking. Moeten de kinderen bijvoorbeeld een verhaal schrijven, waarin 'wie, wat, waar' naar voren komt? Laat de kinderen dit dan eens doen in stripvorm, waarbij weinig geschreven hoeft te worden. Heel fijn voor de minder-talige kinderen.


4: Eén methode-opdracht met creatieve verwerking, gekoppeld aan een creatief leerdoel

Deze boog lijkt heel erg op de vorige. Alleen ga je hier nog een stapje verder. Nu koppel je een creatief leerdoel aan de activiteit. Liet je de kinderen bij de vorige boog in tweetallen mondeling keersommen oefenen, waarbij de sommen met een bepaalde emotie moesten worden opgezegd? Besteed dan nu extra aandacht aan de emoties. Hoe spreek je met een bepaalde emotie? Wat gebeurt er met je stel, mimiek en houding?

5: Laat de kinderen kiezen voor een creatieve verwerking naar keuze

Als de kinderen in je klas gewend zijn om regelmatig een opdracht te verwerken met een creatieve werkvorm of met een creatief hulpmiddel, (zoals in de drie bogen hierboven) dan kun je ze op een gegeven moment ook keuze laten maken voor een specifieke creatieve verwerking. Laat ze bijvoorbeeld een keuze maken uit drie specifieke creatieve verwerkingen. Maar maken ze de opdracht liever gewoon in het boek, dan zou dat natuurlijk ook moeten kunnen.

Topo oefenen met klei

6: Koppel het lesdoel uit de methode aan een creatieve verwerking en sluit aan bij het thema in de klas

Hoe pak je dit nou aan? Je start met een lesdoel uit de methodeles. Dit lesdoel koppel je aan het thema waar je in de klas mee werkt. Vervolgens kies je voor een creatieve verwerking
Hierbij laat je de methode wel heel erg los.

Voorbeeld:

  • Lesdoel taal: de kinderen leren wat een slogan is en kunnen zelf een pakkende slogan bedenken.
  • Thema in de klas: voeding
  • Creatieve verwerking: Laat de kinderen in tweetallen een nieuw soort soep verzinnen. Wat zit er in de soep? Waar smaakt het naar? De kinderen verzinnen een naam voor de soep en een pakkende slogan. Ze ontwerpen een etiket voor de soep, dat er aantrekkelijk uitziet en waar de naam en de slogan van de soep op staan.


    7: Werk binnen één thematisch project aan meerdere lesdoelen

Je kiest het thema waar jullie mee werken en maakt hier een verhalend ontwerp bij. Binnen dit verhalend ontwerp komen verschillende leerdoelen aan bod.

Laten we als voorbeeld het thema “voeding” weer nemen.
Het project is: we gaan met de klas een foodtruck maken.
De afsluiting van het project is: ouders komen en hapje eten bij onze foodtruck op school.

Aan dit thema kun je dan heel veel vakken en lesdoelen koppelen, bijvoorbeeld:
Aardrijkskunde: wat voor een producten gaan we verkopen en uit welke landen/keuken komen deze producten?
Rekenen: wat is de inkoopprijs van de producten? Welke winstmarge willen we rekenen? Wat kosten de producten dan?
Taal: we maken een menukaart. We verzinnen een naam en slogan voor de foodtruck.
Muziek: kies bijpassende muziek dat gedraaid wordt bij de foodtruck. Welke sfeer moet het hebben?
Drama: scenes spelen bij de foodtruck.
Beeldend: maak een foodtruck in 2D op ware grote en versier het in de stijl dat bij het land/keuken past.

Wat is haalbaar?

In dit artikel heb je gelezen op welke manieren je creativiteit kunt inzetten bij methodelessen. Kies vooral wat voor jou en jouw klas haalbaar is en waar jij je prettig bij voelt. Sommige scholen zijn heel ver met het combineren van vakken, terwijl op andere scholen de vakken nog heel gescheiden worden aangeboden. Is dit laatste bij jou het geval? Start dan vooral met de eerste twee bogen van dit regenboogmodel en ontdek hoeveel plezier jij en jouw leerlingen daaruit zullen halen. Succes!