Buitenlesdag: de leukste creatieve ideeën voor buitenlessen

Ga lekker met de kinderen naar buiten! Buitenlucht is goed voor kinderen. En echt niet alleen als het stralend weer is. Is het droog? Geef dan je les eens buiten. De kinderen kunnen buiten zoveel meer doen dan alleen buitenspelen. Er zijn tal van lessen die net zo goed, of zelfs beter, buiten gegeven kunnen worden.

Buitenlesdag

Er is al een aantal jaar zelfs een Nationale Buitenlesdag. Buitenlesdag is een initiatief van Jantje Beton en IVN Natuureducatie. Met als doel: kinderen meer buiten laten spelen én buiten laten leren. Buitenlessen worden steeds populairder. Dat zie ook terug aan de aanmeldingen voor de Nationale Buitenlesdag. In 2018 deden er meer dan 2400 scholen mee.

Maar waarom zou je het tot alleen de Nationale Buitenlesdag beperken? Naast dat buiten les krijgen heel leuk is voor de kinderen, heeft het ook nog eens een aantal voordelen ten opzichte van binnen les krijgen.

 

Waarom je lessen buiten geven?

Wanneer kinderen buiten les krijgen, zullen ze automatisch meer gaan bewegen. Logisch natuurlijk.
Ze zitten immers niet de hele tijd op hun stoel achter hun tafel.

Buitenlessen nodigen de kinderen vaak uit tot experimenteren. Het onderzoekend leren wordt gestimuleerd. En door de frisse lucht en het daglicht kunnen de kinderen zich na de buitenles, in de klas, beter concentreren.

 

In onderstaande video van het Jeugdjournaal vertellen een aantal leerlingen over hun ervaringen met Buitenlesdag:

DUO heeft onderzoek gedaan bij 1000 leerkrachten over hun ervaringen met buitenlesdag. 75 procent van de leerkrachten vond dat buiten lesgeven een meerwaarde biedt tegenover binnen lesgeven. Zo gaf een deel aan dat de lesstof beter blijft hangen en een deel gaf aan dat het het creatief denken van kinderen bevorderd. Bekijk hier het hele onderzoek.

Creatieve buitenlessen

Het creatief denken van kinderen wordt bevorderd door lessen buiten te geven. Is het dan niet een goed idee om je creatieve lessen buiten te geven? En dan niet alleen tijdens Buitenlesdag, maar vaker in het jaar. Je kunt natuurlijk je dramales die je in de klas had willen geven, nu buiten gaan geven. Maar het wordt pas echt interessant wanneer de omgeving buiten een meerwaarde heeft.
Met ons team hebben wij vier superleuke creatieve buitenlessen bedacht. Kom maar op met die buitenlucht!

Buitenlesidee tekenen: Schaduwfantasie (groep 1 t/m 5)

Deze opdracht kunnen kinderen in groep 4 t/m 8 alleen of in tweetallen doen. In groep 1 t/m 3 is er meer begeleiding van de leerkracht nodig.

De kinderen gaan buiten op zoek naar schaduwen op de grond. Ze kiezen een schaduw uit en trekken een lijn precies om de buitenranden van de schaduw met stoepkrijt. Daarna bekijken ze de omtrek eens goed. Wat zou het kunnen zijn? Misschien zeggen ze precies wat het echt is: “Het is de schaduw van een struik!”. Laat ze dan nog een eens kijken. Zou het ook iets anders kunnen zijn? Wat zie je er in? Een alien? Een monster? Een hond? Een konijn? Een kasteel? Wanneer ze iets hebben bedacht gaan ze hun schaduwomtrek verder uitwerken. Zien ze er een monster in? Laat ze dan van de omtrek met stoepkrijt een echt gevaarlijk monster maken.

Wanneer je deze opdracht met groep 1 t/m 3 wilt doen, kun je het beter samen met een klein groepje doen. Bijvoorbeeld tijdens het buitenspelen.

Buitenlesidee drama: Locatietheater (groep 5 t/m 8)

De kinderen gaan in groepjes van 4 à 5 kinderen naar buiten en kiezen een locatie. Bijvoorbeeld: een klimrek, een groepje bomen, de schommels, een bankje, het hek of de zandbak. Ze gaan de locatie eens goed bekijken. Kunnen ze iets anders in de locatie zien? Misschien moeten ze bij het klimrek aan een ruimteschip denken. Bij het hek aan een gevangenis. Of bij een groepje bomen aan een donker bos.
Daarna bedenken ze een korte scene. Dit doen ze aan de hand van de 3 W’s: wie, wat en waar.

Wie


Ze bedenken wie ze zijn in de scene en wat hun relatie is onderling. Bijvoorbeeld: Drie ruimtewezens die een professor hebben ontvoerd.

Wat
Wat is er aan de hand in de scene? Bijvoorbeeld: een arme professor ontdekte naar jaren onderzoek een ruimteschip. Er stapten drie ruimtewezens uit en die ontvoerden de professor naar hun eigen planeet. Het lukte de professor de ruimtewezens af te leiden door ze te laten spelen met zijn mobiele telefoon. Hij stapte het ruimteschip in en vloog terug naar de aarde. Daar mochten de mensen het ruimteschip tegen betaling bezoeken en was de professor niet langer arm.

Waar
Waar speelt de scene zich af? Bijvoorbeeld: in om het ruimteschip.

De kinderen oefenen hun scene, waarbij ze de locatie zo volledig mogelijk benutten. Daarna kunnen de kinderen hun scene aan elkaar presenteren.

 

Buitenlesidee fotografie of tekenen: ritme en patronen (groep 5 t/m 8)

Ga met de kinderen ritmes en patronen fotograferen of natekenen. Ritmes en patronen kom je veel tegen in de natuur, maar ook in door mensen gemaakte dingen. Als je om je heen kijkt kun je overal ritmes en patronen zien. Wat is eigenlijk het verschil tussen deze twee?

Ritme en patroon lijkt misschien het zelfde, maar er is een belangrijk verschil: bij een patroon is de herhaling steeds precies hetzelfde. Bij ritme zie je ook herhalingen, maar in de herhalingen mogen verschillen zitten.

Dit spinnenweb is een voorbeeld van een ritme. Er zijn veel herhalingen te zien, maar zitten ook verschillen in het ritme. De draden zijn niet overal even lang. De gaten in het web zijn niet overal even groot.

Deze muur is een voorbeeld van een patroon. In de herhalingen zitten geen verschillen:

In een natuurwandeling (maar het kan ook best door een wijk, stad of gewoon op het schoolplein) kunnen de kinderen met een fototoestel of mobiele telefoon op zoek gaan naar patronen en ritme. Hier kunnen ze een foto van maken. Je kunt ze ook met potlood en papier op pad sturen en ze de patronen en ritmes die ze zien laten natekenen.

Op school kunnen de beelden naast elkaar worden bekeken. Vraag daarbij aan de kinderen waarom zij dit onder ritme of patroon verstaan.
Zouden ze bijvoorbeeld onderstaande foto onder ritme of patroon scharen?

 

Buitenlesidee muziek: buitengeluiden (groep 5 t/m 8)

Dit lesidee gaat over de betekenis van geluiden. Geluiden zijn overal om ons heen. Binnen en ook buiten. We zijn er ons lang niet altijd van bewust. In de deze les gaan de kinderen heel bewust luisteren naar de geluiden die ze buiten horen.

De kinderen gaan in kleine groepjes naar buiten met een opnameapparaat. Bijvoorbeeld een mobiele telefoon. Buiten luisteren ze naar welke geluiden ze horen. Gillende kinderen? Voorbij rijdende auto’s? Deuren die open en dicht gaan? Een heen en weer bewegende schommel? Een vogel die fluit?  Ze kunnen ook zelf voor geluiden zorgen. Bijvoorbeeld voetstappen, het laten vallen van steentjes, een bal tegen een muur aan trappen.
De kinderen nemen vier à vijf geluiden op. Pas daarna vertel je de kinderen dat ze er een verhaal bij gaan maken. (Doe dit niet ervoor, want dan kunnen ze er op anticiperen en het is juist zo leuk om de geluiden achteraf creatief in te zetten).

De kinderen verzinnen met hun groepje een verhaal waar de geluiden in voor komen. Dit hoeven ze niet heel letterlijk te nemen: Het laten van vallen van steentjes hoeven in het verhaal geen vallende steentjes te zijn. Misschien is het wel een hagelbui of iemand die geld op de grond laat vallen. De geluiden kunnen ze meerdere keren in hun verhaal gebruiken. En ook met verschillende doelen. Die gillende kinderen kunnen aan het begin van het verhaal bang zijn en later gebruikt worden om enthousiaste kinderen te illustreren.

De groepjes lezen hun verhaal aan de rest van de klas voor en laten daarbij op het juiste moment het geluid horen.

En nu naar buiten!

Ik hoop dat je enthousiast bent geworden om buitenlessen te gaan geven. Tijdens Buitenlesdag en daarbuiten. Laat je ervaringen vooral even achter onderaan dit artikel. Ik ben heel benieuwd!

Veel plezier!